Een sterke dame in teer kant

Emma staat versteend op een kunstmatig heuveltje aan de spoorlijn in Baarn. Telkens als de trein voorbij dendert gaat er een trilling door haar heen. Haar verheven gestalte is klein maar de beeldhouwer Gerrit Jan van der Veen die het monument in 1937 in opdracht van het Koninklijk Huis schiep heeft haar op een kolom geplaatst, waardoor ze over de bomen en struiken heen kan kijken. Op de Torenstraat in Soest is een tweede Emma-monument te vinden met haar geboorte- en sterfjaar er in gebeiteld.
De historie doet vreemde dingen met een mens; hoe is het prinsesje dat in 1858 in het Duitse Slot Arolsen ter wereld kwam toch in Eemland verzeild geraakt? Waarom dragen lanen en bruggen haar naam? Waarom zijn er ziekenhuizen, padvindersgroepen, bloemen, muziekcorpsen, militaire regimenten, parken, stoomschepen en nog veel meer uiteenlopende instellingen en objecten naar haar vernoemd? Het levensverhaal van Emma prinses van Waldeck - Pyrmont is opzienbarend maar zeker geen sprookje...

emmainkant

Jeugd van 'een dikkerdje'

Op 2 augustus 1858 werden de vorst en vorstin van het kleine, Duitse vorstendom Waldeck -Pyrmont verblijd met de geboorte van hun vierde dochtertje. Bij de doop in de kapel van Slot Arolsen ontving ze de namen Adelheid Emma Wilhelmina Theresia. Haar moeder Helena, van geboorte een Nassau-prinses, werd later door haar Engelse kleindochter Alice a brilliant and fascinating woman[1] genoemd. Prinses Helena had een passie voor literatuur en was bevriend met de geniale Schotse letterkundige Thomas Carlyle, die ten tijde van Emma's doopfeest aan een biografie over Frederik II de Grote koning van Pruisen werkte.

Emma heeft die literaire belangstelling niet van haar moeder geërfd. Maar als koningin-moeder zou ze vele jaren later minstens één literaire daad verrichten: ze stortte honderd gulden in het fonds dat door de in Baarn woonachtige Lodewijk van Deyssel was opgericht om de zestigste verjaardag van de schrijver Louis Couperus op passende wijze te vieren.

Prinses Helena van Waldeck - Pyrmont had volgens haar Britse kleindochter nog een markante eigenschap; ze was an incorrigible match-maker[2]. Door die laatste eigenschap werd het leven van Emma en haar zusjes getekend.
Zorgvuldig bewaarde prinses Helena de gelukwensen, die ze bij de geboorte van Emma van vorstelijke personen mocht ontvangen. Er was er eentje bij van de veertigjarige Willem III van Oranje Nassau, koning der Nederlanden en groothertog van Luxemburg. Diens gemalin Sophie, dochter van de koning van Württemberg, had hem drie zonen geschonken: Willem, Maurits en Alexander. De middelste was gestorven. Waren de andere prinsen wellicht geschikte huwelijkskandidaten voor Helena's dochters?

Aan vrijwel alle vorstenhoven was toen al bekend dat koningin Sophie een rampzalig huwelijk had; haar brute echtgenoot genoot een slechte reputatie. Maar zoals gebruikelijk was in de negentiende eeuw, veegde prinses Helena deze informatie onder het vloerkleed. Ze toonde blindelings hoogachting en respect voor gekroonde hoofden. Ook haar kinderen voedde ze in die sfeer op.

Na Emma werden er nog twee zonen en twee dochters geboren. Vroege foto's laten een aandoenlijk familietafereel ten paleize zien waarop de kleine prinsessen en prinsjes zich in kanten jurken en matrozenpakjes om het ouderlijk paar scharen. 's Winters woonden ze in het barokke Slot Arolsen dat op 275 meter hoogte aan de Aar ligt en thans druk door Nederlandse toeristen wordt bezocht. 's Zomers stapten de vorst en vorstin met hun kroost en hofdames, gouverneur en gouvernantes in rijtuigen om zich naar het oude Slot Pyrmont te begeven. In een interview zei koningin Emma later: 'Een groot voorrecht een groot gezin, je voedt elkaar op. Je leert toegeven, niet willen doordrijven, achterstaan ter wille van een ander.'

Het stadje Waldeck telde slechts tweeduizend zielen. Vorstin Helena wist precies waar de armen en zieken woonden en ging er persoonlijk met pannetjes soep en kinderkleren naartoe om de ergste nood te ledigen. Haar dochters vergezelden haar al vroeg en leerden zo hun taak kennen. Ze vormden in de schatrijke, adellijke kringen geen uitzondering. Sociale voorzieningen bestonden nog niet. Een burger die geen werk kon vinden, een jonge moeder die weduwe werd of een arbeider die door ziekte niet meer in staat was zijn brood te verdienen, ze waren allemaal aangewezen op de liefdadigheid van adel en kerk.

Emma groeide op in een sterk standsbesef. Haar vader vorst Georg Victor van Waldeck -Pyrmont, stelde leraren aan om de prinsessen en prinsen thuis les te geven. De volksscholen waren niet voor hen bestemd. Prinses Helena belastte zich met het godsdienstonderricht en dat deed ze grondig. Haar dochters leerden bovendien tekenen, schilderen en handwerken. Vooral het borduren werd in de luxueuze paleiszalen beoefend; het verhinderde meisjes van stand de uren in ledigheid door te brengen. Tot op zeer hoge leeftijd liet Emma zich afbeelden met een borduurwerkje op de hand. Het gaf haar de houding van toewijding en gehoorzaamheid, die in vrouwen zo geprezen werd.
De Waldeck - Pyrmonts reisden 's zomers naar verschillende vorstenhoven om de prinsessen en prinsen met het leven in de hoogste kringen vertrouwd te maken. Zo speelde Emma als kind met de toekomstige Duitse keizer in Berlijn en ze bezocht in Scandinavië haar tante die door haar huwelijk met Oscar II koningin van Zweden en Noorwegen was geworden.

Het grote drama in de familie school in het zwakke gestel van de oudste dochter prinses Sophie, die aan tuberculose leed. Ook haar zuster Marie vertoonde al symptomen van de vreselijke ziekte. In de hoop op genezing bezochten ze gebieden met een zuivere lucht en trokken als het guur werd naar Menton. Sophie klaagde niet; in haar opgewekte brieven geeft ze een levendig beeld van haar jongere broertjes en zusjes: 'Fritz is erg lang en grappig, hij maakt ons vaak aan het lachen. Hij begrijpt bijna alles en maakt zulke leuke opmerkingen. Heleentje wordt sterker, zij is groot en leert al lezen en schrijven. Emma is - als altijd - een dikkerdje en erg komisch. Marie is flinker en Pollie is erg sterk en langer dan ik.' Emma hield veel van haar oudste zusje en was ontroostbaar toen Sophie op vijftienjarige leeftijd in Menton bezweek. Altijd zou ze zich het lot van tuberculoselijders aantrekken.

Huwelijk met een koning

Prinses Helena stond voor de taak haar vijf resterende dochters uit te huwelijken. De in 1855 geboren prinses Pauline of 'Pollie' was nu de oudste van het gezin. Prinses Helena zou er in slagen een huwelijk te arrangeren met vorst Alexis van Bentheim en Steinfurt. De tweede dochter prinses Marie trouwde Willem II koning van Württemberg; ze overleed in 1882. Emma's jongere zusje prinses Helena hoopte op een huwelijk met de knappe zoon van koningin Victoria: Leopold hertog van Albany en het jongste zusje Elisabeth die in 1873 was geboren, zou de gemalin worden van Alexander vorst van Erbach-Schönberg. Wie de hand van prinses Emma verwierf lag nog in de toekomst verborgen. Natuurlijk hoopte prinses Helena op een kroon voor haar dochter. Ze had de Almanak de Gotha al vele malen van voor naar achteren doorgebladerd en steeds was ze tot de conclusie gekomen dat het aanbod van huwbare, Europese vorsten schaars was. Maar in de zomer van het jaar 1878 gloorde er plotseling hoop.

Over de oprijlaan naar Slot Arolsen ratelde het rijtuig van Willem III van Oranje Nassau, die sinds een jaar weduwnaar was. De ambitieuze prinses Helena had als incorrigible match-maker geconstateerd dat hij als koning van Nederland en groothertog van Luxemburg een begerenswaardige partij was. Hij stamde als zoon van koning Willem II uit het oude en vermogende geslacht van Oranje Nassau. Zijn moeder Anna Paulovna had als geboren Romanov een opwindende genealogie waarin roemruchte tsaren en tsarina's als Peter de Grote en Catharina de Grote voorkwamen.

De drie toen nog ongehuwde zusjes Waldeck - Pyrmont stonden voor het venster en sloegen de aankomst van de hoge gast bezorgd gade. De zwaarlijvige vorst met zijn grijze baard was even oud als hun vader: zestig jaar. Hij hees zich al uit het voertuig en prinses Pauline die te horen had gekregen dat de koning belangstelling voor haar toonde, riep: 'Ik heb al een aanstaande!' De tweede prinses Helena zei: 'Wat is hij oud!' Waarop de derde - prinses Emma - de bekende woorden sprak: Man kann den armen Mann doch nicht so allein nach Hause gehen lassen[3].

De koning werd met alle egards op het slot ontvangen. Hij had als vrouwenkenner direct in de gaten dat prinses Pauline niets voor hem voelde en dat Helena al te nadrukkelijk over de hertog van Albany sprak. Tot opluchting van de ouders voor wie het ondenkbaar was de koning van Nederland een blauwtje te laten lopen, gedroeg de mollige Emma zich vriendelijk en vrolijk. Ze ging met de bejaarde koning in de tuin wandelen, maakte hem aan het lachen en keerde gearmd met hem terug. Vier dagen later was zijn besluit genomen en in het najaar werd de verloving bekend gemaakt.

Het was een prijzenswaardige daad van de twintigjarige prinses Emma. Haar moeder straalde, haar zusters haalden opgelucht adem en Willem III was zichtbaar gelukkig. Het aanstaande huwelijk veroorzaakte grote opwinding in het paleis van de Britse koningin Victoria. Aan haar dochter in Berlijn schreef ze: 'Hoe monsterlijk en walgelijk is het idee dat dit arme, jonge Waldeck-meisje trouwt met die verschrikkelijke, dronken koning - die eenenveertig jaar ouder is dan zij!'
De vorstin van Saksen - Weimar die nog even gevreesd had dat haar eigen dochter aan de dynastieke belangen moest worden opgeofferd, zei: 'Dankzij dit huwelijk komt de achtbaarheid onder het dak des konings terug.'

Ze hadden het allemaal goed gezien; de koning van Nederland had het respect van zijn onderdanen en zelfs van zijn beide zonen volkomen verspeeld. Hij stond bekend om zijn driftbuien, zijn wreedheid en drankmisbruik. Er deden vreselijke verhalen de ronde over zijn uitspattingen in Den Haag, op Het Loo en in het buitenland. Een kleine kudde van erkende vorstelijke bastaarden moest op discrete wijze financieel worden onderhouden en dan waren er nog vele niet erkende bastaarden op het platteland die duidelijk de trekken van de koning vertoonden.

Emma was door haar moeder opgevoed en toonde alle eigenschappen die nodig waren de bruid van de bruut te worden: ze was meegaand, zacht en dienstbaar. Ze veinsde niets van zijn verleden te weten en schonk hem haar liefste glimlach. Spoedig zou duidelijk worden dat achter die glimlach een taaie wilskracht, intelligentie en een grote ambitie school. Ze verlangde ernaar koningin te worden en zou de historie ingaan als redster van de monarchie van Oranje Nassau.

De eerste Nederlander die 's konings aanstaande op Slot Arolsen zag, berichtte het vaderland: 'Haar uiterlijk is, zouden we in gemeenzame taal zeggen, gezond en frisch en blozend. Zij heeft groenachtig blauwe oogen waaruit zachtheid, vriendelijkheid en tevens beslistheid en een krachtige wil tot u spreken (..) een schoonheid is ze niet maar ze in de ware zin des woord een Edelheid.'

Op 7 januari 1879 verscheen Emma in haar Parijse bruidsjapon van crème satijn, geborduurd met zilverdraad in de slotkapel om de inmiddels eenenzestigjarige koning eeuwige trouw te beloven. Haar lijfje was strak ingesnoerd en ze leek zelfs slank. De koning droeg zijn admiraalsuniform met linten en onderscheidingstekens. Na de huwelijksinzegening daverden honderdeneen kanonsschoten over het dorp: prinses Emma was koningin der Nederlanden geworden.

De gelukwensen stroomden binnen behalve uit haar koninkrijk. Een deel van het volk was alleen maar verbaasd omdat Emma niet met de kroonprins of diens broer trouwde maar met hun oude, koninklijke vader. Een ander deel rouwde nog over het heengaan van de goede koningin Sophie. Van haar beide ongehuwde stiefzonen de prinsen Willem en Alexander hoorde de bruid van de koning niets. De prinsen weigerden tot hun dood toe haar te ontmoeten.

Koningin Emma's luxe passie

In de weken na de bruiloft pakten de prinsessen Emma's uitzet in manden en spoedig vertrokken bruidegom en bruid per koets naar Nederland. Bij Oldenzaal gingen ze de grens over. Nog voor het paar Den Haag bereikte kwam een koerier berichten dat 's konings broer prins Hendrik was overleden. Hij was twee maal getrouwd geweest maar liet geen kinderen na. Emma en Willem hulden zich volgens het hofprotocol in stemmig zwart en de jonge koningin ontvouwde een prachtige rouwwaaier van zwart kant. Ze bleek verzot op antiek kant en de verliefde koning gaf haar graag geschenken. In het Koninklijk Huisarchief bevindt zich een langwerpige doos met daarin een waaier van witte, Brusselse klos- en naaldkant waarin de wapens van Waldeck - Pyrmont zijn verwerkt afkomstig van de fournisseurde S. M. la Reine de Hollande, Bôval de Beck.

parasol
Een nota van de in Lausanne gevestige Eugène Baud vermeldt de aankoop van Point d'Angelerre en een devant robe ter waarde van 2367 gulden, een astronomisch bedrag voor die tijd. De koning liet het dan ook in termijnen voldoen. Bij alle volgende aankopen van antieke kanten bevond zich een certificaat waarop stond vermeld Ces dentelles sont garanties anciennes. Emma wist wat ze kocht en ze behandelde haar bezittingen zorgvuldig; spelden en broches noch wasbehandelingen hebben bun sporen nagelaten op de prachtige stukken die zich thans in de collectie van het Rijksmuseum te Amsterdam en het Centraal Museum te Utrecht bevinden. Bij elk officieel bezoek droeg ze een kanten parasol. Alleen gespecialiseerde juweliers zagen dat het gouden, oranje geëmailleerde handvat schitterde van de diamanten. Het was een schepping van de beroemde Parijse goudsmid Fabergé, waarmee Willem III zijn jonge vrouw wilde behagen.

Aan het einde van de negentiende eeuw droegen alle modebewuste rijke vrouwen kant. Maar Emma's passie voor het ragfijne klos- en naaldwerk ging veel verder; ze droeg nog kant op haar hoofd en japonnen toen dit al lang uit de mode was.
Hoog bejaarde Baarnaars herinneren zich van haar uiterlijk vooral de witte kanten sluier die van haar mutsje omlaag viel als ze in haar open koets 's zomers door de lanen van het dorp reed.

Emma wordt moeder

Toen de kranten in maart 1880 berichtten dat koningin Emma in blijde verwachting was reageerde het volk nauwelijks. Op 31 augustus kwam de kleine prinses Wilhelmina ter wereld. Alle hovelingen verbaasden zich over de veranderingen die zich in de oude koning voltrokken. Hij was het liefste thuis en speelde met zijn dochtertje dat hij 'Wim' noemde. Emma wist zijn driftaanvallen enigszins te beteugelen, hij dronk met mate en van buitenechtelijke vrijages bleek geen sprake.

De jonge koningin was doof noch blind voor de ondeugden van haar man, die ze voornamelijk weet aan de erfelijke eigenschappen van zijn Russische voorouders. Willems grootvader tsaar Paul I, had in vlagen van krankzinnigheid onschuldige hovelingen in de kerkers van het fort op het Vassilewski eiland in Sint-Petersburg laten werpen. Ze werden afgeranseld of naar Syberië gestuurd waar ze als dwangarbeiders in de mijnen hun einde vonden. Tsaar Paul werd tenslotte zo gevaarlijk voor het land, het hof en zijn familie dat hij - met medeweten van zijn oudste zoon - bij een samenzwering was vermoord. Als koning Willem II weer eens getuig was van een driftbui van de kroonprins zei hij ongerust tegen Anna Pavlovna: Ily a de Paul dedans [4].

Misschien kende Emma ook de verhalen over de overgrootvader van Willem III tsaar Peter III, die tot ontzetting van zijn gemalin het liefst op de grond in het Winterpaleis met tinnen soldaatjes zat te spelen. Toen een rat eens zijn tinnen regiment omver liep ontstak hij in razernij. De rat werd officieel schuldig verklaard en door de tsaar voor straf onthoofd. De labiele Peter III schaadde het land zozeer, dat hij op bevel van zijn echtgenote, Catharina II, was gewurgd.

Als Emma Paleis Soestdijk betrad was het of de schim van haar schoonmoeder Anna Paulovna daar nog rondwaarde. Koningin Emma wist wat haar als moeder van de kleine prinses Wilhelmina te doen stond; elke driftbui onderdrukte ze met harde hand. Er heerste ijzeren discipline in de kinderkamer want de prinses moest en zou een evenwichtig mens worden.

Bij de viering van de zeventigste verjaardag van koning Willem III maakte Emma met haar dochtertje een rijtoer door Den Haag, waarbij tot schrik van de omstanders de paarden op hol sloegen. De koets werd tot stilstand gebracht en het gevaar was voorbij. Maar het prinsesje bleek in paniek en kwam niet tot bedaren. De koningin gelastte onmiddellijk een ander koets te laten inspannen en dwong haar dochtertje daarin plaats te nemen. 'Het kind was zo bang geworden voor rijtuigen en paarden,' zei ze 's avonds aan het diner, 'dat haar vrees terstond moest worden overwonnen.'

Het karakter van Wilhelmina werd nog meedogenlozer bijgeslepen toen haar beide ongehuwde halfbroers de prinsen Willem en Alexander binnen vijf jaar in het buitenland overleden. Het prinsesje was nu troonopvolgster en het voortbestaan van het Huis van Oranje Nassau was geheel van haar afhankelijk.

Koningin Emma zag hoe haar bejaarde echtgenoot geestelijk en lichamelijk aftakelde. Dag en nacht verpleegde ze hem. De staatszaken hoopten zich op en Emma moest van tijd tot tijd de regeringstaken van haar gemaal overnemen. Het was geen geringe opgave voor een vrouw, die als kind slechts privé onderricht had genoten op een Duits kasteel. De ministers bekeken haar met de grootste argwaan toen ze op 20 november 1890 in de Staten-Generaal de eed aflegde als regentes. Drie dagen later stierf koning Willem II op Het Loo. Zijn tienjarige dochtertje was uiterst verdrietig. Toch dwong Emma het doodsbange, geëmotioneerde kind bij de open kist de condoleances te aanvaarden. Ze was hard voor Wilhelmina maar ze spaarde zichzelf evenmin. In Engeland wist koningin Victoria zich goed in haar situatie te verplaatsen May God support and guide you is my earnest prayer[5], schreef ze de weduwe.

Regentes in de trein

De koningin - moeder moest nu in plaats van haar minderjarige dochtertje het land regeren. De regentes ging er van uit dat de band tussen Oranje en het volk alleen hersteld kon worden door bezoeken af te leggen in het hele land. Ze reisde met prinses Wilhelmina per trein en koets onvermoeibaar van Amsterdam naar Leeuwarden en van Groningen naar Middelburg. Ze verdiepte zich in staatszaken en trotseerde de vijandige sociaal-democraten.

Foto's uit die jaren tonen een uitgesproken gezette dame. Een sluier van zwart kant valt van haar rouwmutsje over haar rechte rug. Met ijzeren wil werkte ze voor de monarchie; ze zou de troon die ze had verworven niet opgeven. Professor Brugmans schreef: 'Toen Willem III in 1890 stierf, was zoo goed als alle contact tusschen vorst en volk verloren gegaan (...) Na 1890 heeft de koninklijke waardigheid haar beteekenis ten volle herwonnen, niet alleen in ons staatsleven, maar allicht nog meer in ons volksleven (...) In dit opzicht heeft het regentschap al dadelijk zeer veel goeds gedaan. De Koningin - Regentes heeft van den aanvang af een hooge opvatting van haar taak gehad. Zij is begonnen met op staatkundig gebied zich meer in geregelde verbinding te stellen met de Regeering, wat ook het gezag van deze laatste weer ten goede kwam. '

Emma zocht met haar dochtertje 's zomers ontspanning op Het Loo of Paleis Soestdijk. Het laatste paleis in Eemland beviel haar het meest. De Oranjevorstin droeg - evenals haar opvolgsters - vierenveertig titels waar onder Vrouwe van Baarn, Vrouwe van Soest en Vrouwe van Ter Eem. Deze titels waren door Stadhouder Willem III verworven toen hij in 1674 de hoge, vrije, middelbare en lage jurisdictiën ende heerlykheden van Zoest, Baarn, Ter Eem, Emmenes binnen ende buitendijks kocht. Aan de dijk naar Soest lag een hofstede, die hij liet verbouwen tot zijn jachtslot. Ook Anna Paulovna had Soestdijk boven al haar andere residenties verkoren; het huis was bij haar huwelijk met de kroonprins verbouwd in style neo grècque en wit gekalkt, opdat het beter zou uitkomen tegen het geboomte van het modieuze Engelse landschapspark. Het herinnerde de Russische vorstin enigszins aan Paleis Pavlovsk waarin ze haar gelukkige jeugd had doorgebracht. Bovendien was aan het eind van de Koningslaan de Naald van Waterloo opgericht, die in vier talen de heldendaden van Willem II.

De Held van Waterloo bezongen

Koningin Emma hield van het licht glooiende gebied met zijn bossen enerzijds en het vlakke polderland anderzijds. Ze nam zich in stilte voor er later - als er een rustiger tijd aanbrak - te gaan wonen. Omdat Baarn sinds 1874 een spoorwegstation had, maakten de koningin - regentes bij elk bezoek gebruik van de trein. In de Koninklijke Wachtkamer van de Hollandsche Ijzeren Spoorwegmaatschappij - die nog altijd in ere wordt gehouden - wachtte zij met het prinsesje tot het koninklijke salonrijtuig voor de openslaande deuren tot stilstand was gekomen. Dan liepen ze over de rode loper naar de treeplank. De stationschef had bij koud weer een zilveren stoof met kokend water gevuld, opdat de hoge reizigsters in de onverwarmde coupé geen koude voeten zouden krijgen. Bij het vertrek blies hij niet op een gewoon fluitje maar haalde uit respect voor de hoge passagiers een trompettertje tevoorschijn. In een wolk van stoom reed de locomotief in de richting van Amersfoort of Amsterdam.

Als de reis naar Utrecht ging, maakten Emma en Wilhelmina gebruik van het kleinere station van de Utrechtsche Spoorwegmaatschappij even verderop. Het nostalgische gebouwtje heeft zijn mooie, gietijzeren overkapping aan de zijde van het in onbruik geraakte perron behouden. De Koninklijke Wachtkamer bevond zich in de royale opkamer, waarin nu de bezoekers van Eethuys Café De Generaal van hun maaltijd genieten. De heen- en terugrit van de koninklijke bezoeksters naar Paleis Soestdijk werd steeds per rijtuig afgelegd.

In de periode tussen 1890 en 1898 bereidde de koningin - moeder haar dochter grondig voor op haar zware taak. Ze nodigde professoren uit om haar te onderwijzen en legde bezoeken af aan buitenlandse hoven om prinses Wilhelmina als toekomstig koningin van Nederland te presenteren. Ze bezocht niet alleen de bejaarde Koningin Victoria in Londen die verrukt was van de dochter van de door haar zo verachte koning Willem III, maar onderhield ook de banden met haar familie in Duitsland. Emma kwam graag bij haar zuster Pauline, die als gemalin van Alexis vorst van Bentheim vlak over de grens woonde op het sprookjesachtig gelegen kasteel van Bad Bentheim. Tussen 1883 en 1914 liet de vorst zijn middeleeuwse burcht verbouwen tot een representatieve residentie in klassieke stijl met een schitterend zicht over glooiende land.

Toen Wilhelmina's achttiende verjaardag naderde zag Emma de vrijheid in het verschiet. Ze was nu veertig jaar oud en er wachtten haar nog bijna zesendertig levensjaren. Ze had haar mooie, jonge jaren opgeofferd aan het belang van haar dynastie, haar echtgenoot, haar koninkrijk en haar dochter. In een vraaggesprek zei ze in 1929 zonder spijt: 'Wie denkt aan zichzelf als middelpunt kan nooit gelukkig zijn (..) het voornaamste is niet gelukkig worden maar gelukkig maken.'

Bij het neerleggen van haar regentschap op 31 augustus 1898 was er geld in gezameld voor een Nationaal Geschenk. De opbrengst toonde hoezeer ze gewaardeerd werd: ze kreeg een bedrag van tweehonderdduizend gulden ter beschikking. Ze besloot het geld te besteden aan de verbouwing van Kasteel Oranje-Nassau-Oord bij Renkum tot sanatorium voor longlijders. Later is de instelling naar Berg en Bosch verplaatst. Emma ging er vanuit het nabije Paleis Soestdijk naartoe om met de tuberculosepatiëntjes te praten en cadeautjes te geven. Nooit was ze haar zuster Sophie vergeten, die als zo velen aan de ziekte was bezweken en ze bleef zich de rest van haar leven inzetten voor verbetering van hun lot. Bij de oprichting van het Centraal Comité ter bestrijding van tuberculose werd de koningin - moeder beschermvrouwe. Op straat verkocht men kunst- of Emmabloempjes voor het goede doel.

's Winters woonde Emma in het Paleis Lange Voorhout in Den Haag en gaf de jonge Koningin Wilhelmina achter de schermen adviezen. Maar 's zomers trok ze naar de plaats die ze reeds lang had uitverkoren: Paleis Soestdijk in Baarn. Ze zou er vijfendertig zomers verblijven.

Emma op Soestdijk

De koningin - moeder heeft herinneringen nagelaten aan een lief oud dametje gehuld in witte of zwarte kant. Van de ooit zo gezette, blozende prinses bleven nadat ze het regentschap had beëindigd alleen foto's bestaan. Emma van Waldeck - Pyrmont slankte af. Haar ooit zo bolle gezicht versmalde en ze kreeg iets uitgesproken verfijnds in haar houding. Een goudomrand brilletje completeerde het beeld van elegante grootmoeder.

Op Soestdijk begon ze al gauw met modernisering en verbouwing: gas- licht en waterleidingen werden aangelegd en tussen de kolommen van de open zijvleugels liet ze glas zetten zodat het er niet meer tochtte. De sombere zalen waarin Anna Paulovna had zitten mijmeren over de grote daden van de Held van Waterloo, werden smaakvol heringericht. In de Engelse landschapstuinen - een schepping van Zocher - bloeiden reusachtige rododendrons. Het kritisch oog van de bewoonster van Soestdijk reikte zo ver, dat ze zich ergerde aan de rode brievenbus aan de overzijde van de weg naar Soest. Geheel tegen de regels der posterijen in werd deze brievenbus op haar bevel groen geschilderd. Zo harmonieerde hij beter bij haar 'Witte Huis in 't Groen'. De curieuze groene brievenbus staat nog altijd tegen de witte muur van de dienstgebouwen maar doet geen dienst meer.
Om haar werkzaamheden te verrichten en tegelijkertijd van de tuin te genieten, liet Emma haar meubelmaker een handig opklapbaar bureautje maken, dat nog een tijd in het - inmiddels opgeheven - Baarnse Oranjemuseum heeft gestaan. Daar zat ze onder haar kanten parasol te schrijven en te rekenen. Haar porseleinen theeservies was enige tijd te zien in de Koninklijke Wachtkamer op het station toen deze - in beperkte mate - als toeristische attractie werd opengesteld voor publiek.

Het liefdadigheidswerk ging voort; ze bezocht zieke kinderen in de boerderijen te Soest en sprak bemoedigende woorden tot de boerinnen. Ze deelde voedsel en kleding uit en reed zondags per koets naar de Pauluskerk op de Baarnse Brink om voor hen te bidden. Ook de kerk in Eemnes - Dikke Torentje genoemd - werd vaak door haar bezocht. Nog altijd liggen de Bijbels van het Oranjehuis op de sobere kerkbank waarin ze deelnam aan de dienst en naar de predikant luisterde.

emsoestdijk
Nu ze weer tijd vond om te borduren interesseerde ze zich voor de lessen op de Naaldvakschool op de Torenlaan in Baarn. De bejaarde Baarnaar Joop Sternenberg herinnert zich: ' Ik wandelde met mijn jongere zusje en de kinderjuf vaak in het Pekingbos bij de Pekingkom, die nu helaas is verdwenen. Als we de koets van Emma hoorden naderen rende ik er naartoe en riep: 'Dag koningin!' Dan liet ze koetsier de paarden halt houden en gaf me een hand: 'Dag jongetje!' Daarna maakte ze dan een praatje met de kinderjuf. Ze gedroeg zich totaal niet uit de hoogte. Ik vond haar heel lief. Bij de Naaldvakschool lag ook een ziekenhuis waar Emma vaak kwam om de patiënten te bezoeken. '

De oudste bewoners van Baarn weten nog dat Emma door de lanen van het dorp toerde en dat ze haar eigen bankje had op een bergje in het bos bij de Eult: 'Als ze er niet zat, gingen wij op die Koninginnebank zitten,' zegt Joop Sternenberg.

Emma's dochter Wilhelmina trouwde met prins Hendrik van Mecklenburg en na vele miskramen bracht ze in 1909 een gezond dochtertje ter wereld: Juliana. De Baarnaars zagen het prinsesje met een witte bonnet en lange, kanten onderbroekje aan de hand van haar moeder uit de Koninklijke Wachtkamer komen. Ze wuifde vriendelijk uit de open koets op weg naar haar grootmoeder op Soestdijk. Mevrouw Pluim - de hoogbejaarde dochter van de bekende schoolmeester die een boek over Baarn schreef - vertelde me eens dat er een duintje in Soest met prikkeldraad werd afgezet, waarop het prinsesje geacht werd zich in haar eentje met schep en emmertje te vermaken. Maar ze huilde en wilde met de andere kinderen spelen die op een afstand werden gehouden en alleen naar het prinsesje mochten kijken.

Een paar jaar later bezocht Emma's kleindochter het zangklasje van de zangpedagoge Catharina van Rennes - componiste van onder meer Drie Kleine Kleutertjes - in Hilversum. In de tuinen van Soestdijk zong ze de liedjes voor en dwong grootmoeder Emma in de maat mee te lopen.

Wol voor soldatensokken

Met haar belangstelling voor naaldwerk en liefdadigheid was Emma steeds geïnteresseerd in het werk van Tesselschade, de algemene vrouwenvereniging waarvan ze van 1885 tot haar dood in 1934 beschermvrouwe was. [6] Smaakvolle, handgemaakte producten werden thuis gemaakt, door de dames van de vereniging aangekocht en vervolgens verkocht. De opbrengst was voor goede doelen. In het notulenboek van de vereniging lezen we dat op 6 juli 1914 tijdens de bestuursvergadering ten huize van Mevr. Heineken waarbij alle leden - behalve Mevr. Greidanus - aanwezig waren werd medegedeeld: 'H.M. de Koningin Moeder was zoo goed meer linnengoed en andere artikelen te laten vervaardigen bij onze afdeeling'.

Het zijn slechte tijden: de Eerste Wereldoorlog breekt uit en er heerst gebrek. De jaarlijkse 'etalage' waarbij de bewoners van Soest en Baarn artikelen kunnen kopen, wordt aangepast. Tijdens de bestuursvergadering van 8 november 1914 noteert de secretaresse van de vereniging dat: '...de jaarlijksche St. Nicolaas Etalage dit jaar wegens de tijdsomstandigheden niet zoo gehouden zal worden als vorige jaren. Evenwel stelt Mejuffrouw Druyvesteijn voor in haar huis een Etalage te houden om in hoofdzaak armengoederen en praktische voorwerpen te verkoopen en ook de luxe artikelen die reeds voor 1 Augustus waren gemaakt. H.M. de Koningin -Moeder was zoo vriendelijk deze zomer meer bestellingen te doen, hoofdzakelijk sokken breien.'

In de daarop volgende decembervergadering meldt het notulenboek: 'H.M. de Koningin Moeder was ook dit jaar weder zoo goed eenige inkoopen te laten doen. Ook was H.M. zeer tevreden over de gebreide moffen en wilde daarvoor 0,45 per paar betalen.'

De oorlog woedt voort en de soldaten mogen geen koude voeten hebben. In de vergadering van juni ten huize van Mejuffrouw Druyvesteijn wordt gezegd: 'Het breien der sokken voor het leger schijnt heel goed te reusseeren, er waren reeds 75 paar verzonden de vrouwen deden hun best en 2 maal per week werd bijeengekomen in de Naaischool op de Pekinglaan.'
In september voegt de notuliste er aan toe: '..de sokken die afgekeurd zijn, worden door andere vrouwen tegen de vergoeding van 10 cent per paar overgebreid.' In de marge staat: 'Voor de sokken geheel overbreien word 50 cent betaald.'

Met een ongelofelijke ijver breien de vrouwen voort. Op 8 November zijn er '... reeds 2100 paar sokken heeft afgeleverd,' en er wordt nog 75 paar bij gebreid.
Dan doemt het probleem van het onverkoopbare kussen op: ' Het Kussen van Mej. Lettinga is nog niet verkocht maar waarschijnlijk zou Mevrouw Greindanus het aankoopen.' Mevrouw Greidanus zag blijkbaar van haar plan af. De vereniging zat dus behoorlijk met het kussen in de maag. Maar tijdens de jaarlijkse Bazaar maakte Emma een vorstelijk gebaar: 'H.M. de Koningin-Moeder was mede zoo welwillend verschillende inkoopen te laten doen o.a. het kussen van Mej. Lettinga, zoodat zij nu aan een ander kan werken.'
In juni 1916 is er met de verkoop van sokken aan het leger 2460 gulden verdiend, een niet gering bedrag voor die tijd. Emma houdt het op Soestdijk allemaal goed in de gaten. In de januarivergadering deelt mevrouw Vas Visser mee dat: '...er namens H.M.de Koningin-Moeder meer wol is gezonden voor het breien der sokken, zoodat ongeveer 65 vrouwen weer wat kunnen verdienen.' De schenking wordt nog een paar keer herhaald.

Op theeviste bij Emma

Op de hoek van de Eemweg en de Faas Eliaslaan stond de - inmiddels gesloopte - Villa De Klimop tegenover de boerderij van Paridon. Daar hield het dorp op. 's Winters trad de Eem die in open verbinding stond met de Zuiderzee, buiten haar oevers en overspoelde het land tot de moestuin van De Klimop toe.
In deze villa woonde de gerechtsgeleerde Sillem, zoon van de vermaarde Ernst Sillem met zijn vrouw en vijf kinderen. Mevrouw Scholten van Aschat die in 1927 als Agnes Sillem werd geboren, herinnert zich nog goed: 'Emma vroeg mijn moeder eens bezorgd of het niet guur was op die hoek van de polder met de noordwester wind pal op het huis. Maar daar zat mijn moeder niet mee! Ik herinner me nog hoe in 1932 de Afsluitdijk klaar was. Op school kregen we er een film over te zien, dat maakte diepe indruk. Sindsdien vonden er geen overstromingen meer plaats en dat was wel jammer voor onze moestuin, want de grond werd er vruchtbaar door. We hadden een prachtig uitzicht; in de lente gingen we met mijn vader kievitseieren zoeken in de polder. Je zag er ook nog kemphanen en mijn vader ging er op eendenjacht.'

Maar hoe kwam mevrouw Sillem in contact met de koningin-moeder op Soestdijk?
'Emma liet zich 's zomers in haar koets door alle lanen van Baarn rondrijden,' vertelt de kleindochter van Ernst Sillem, 'ze vroeg dan wie er in alle villa's woonden. De welgestelde dames ontvingen na verloop van tijd een uitnodiging om op haar jour op Soestdijk te komen. Het waren er meestal een stuk of tien die bij haar thee kwamen drinken. Ze mochten om beurten naast Emma zitten en dan bleek dat ze precies wist hoeveel kinderen ze hadden, wat hun man deed enzovoorts. Ze was buitengewoon belangstellend en mijn moeder was dol op haar. Ze vond het zo'n lief mens! Op Emma's verjaardag gingen we met zijn allen naar Soestdijk om bloemen op de trap van het bordes te leggen.'
Als ik vraag wat ze zich nog herinnert van Emma's uiterlijk antwoordt ook Agnes Sillem; 'Haar vriendelijke gezicht en het mooie kanten mutsje met de sluier die ze droeg.'

Voor het laatst op Soestdijk

Emma vierde haar vijfenzeventigste verjaardag op 2 augustus op Paleis Soestdijk. Getooid met witte kanten die haar gerimpelde gezicht als een waas omhulden, zat ze op het bordes. Koningin Wilhelmina stond aan haar ene zijde en prinses Juliana stelde zich aan de andere zijde op. Schoolkinderen zongen haar toe en brachten een bloemenhulde. Dit directe contact tussen vorstin en de inwoners van Baarn en Soest trof Juliana; het leidde na de oorlog tot het jaarlijkse défilé dat stoeten onderdanen uit alle delen van het land naar Soestdijk lokte.

Koningin - moeder Emma die het herstel van de liefde voor Oranje had bewerkstelligd, was moe. In de herfst verliet ze haar witte huis in het groen. Ze begaf zich naar haar winterverblijf; het paleis aan het Lange Voorhout. Soestdijk zou ze nooit terugzien; ze overleed op 20 Maart 1934 in Den Haag. De met bloemen getooide kist stond buiten, voor de deur van het paleis op het Voorhout, zodat duizenden bedroefde mensen haar een laatste groet konden brengen.

Zoals eerder vermeld doet de historie vreemde dingen: in de eenentwintigste eeuw werden door dezelfde paleisdeur kunstwerken naar binnen gedragen van een andere bewoner van Baarn: de wereldberoemde graficus M.C. Escher. In het huidige Eschermuseum worden sindsdien de namen van de koningin en de kunstenaar in ere gehouden. Beiden genoten van de schoonheid van de Baarnse bossen en lanen en ze putten er kracht of inspiratie uit.

Baarn rouwde na het heengaan van koningin Emma. De bewoners stonden geroerd stil bij haar monument aan de spoorlijn dat in 1937 werd onthuld. Joop Sternenberg zegt: 'Die houding, de kleding ... ja ze lijkt precies!'
's Zomers waren de luiken van het lege Paleis Soestdijk gesloten. Hans Bronkhorst, gewaardeerd lid van de Historische Kring Baerne vertelt: 'Ik heb eens een document in handen gehad waaruit bleek, dat de tuinen van Soestdijk in die tijd werden opengesteld voor publiek. Toen prinses Juliana en prins Bernhard er in 1938 gingen wonen kwam daar natuurlijk een eind aan.'

Emma van Waldeck - Pyrmont rust nu al bijna honderdzeventig jaar in de grafkelder der Oranje Nassaus in de Nieuwe Kerk te Delft. Haar frêle beeltenis langs de spoorlijn houdt de herinnering aan de Duitse prinses, die in de negentiende eeuw de monarchie der Oranje wist te redden overeind. De kanten sluier van het lieve, oude dametje op haar kolom blijkt hard als steen en haar naam staat onuitwisbaar in de historie van ons land gebeiteld.


Copyright Thera Coppens

Verschenen in: 'Soest, Baarn en Eemnes' schetsen uit de geschidenis van drie Eemlandse buurgemeenten', Soest 2006

Bij het schrijven van dit artikel is gebruik gemaakt van verschillende artikelen uit 'Baerne' Tijdschrift van de Historische kring Baerne, de notulen van de Vereniging Tesselschade Arbeid Adelt uit Baarn en van stukken uit het Koninklijk Huisarchief in Den Haag, dat op initiatief van Koningin Emma werd opgericht.

Met dank aan persoonlijke informatie van o.a. Agnes Scholten van Aschat- Sillem, Hans Bronkhorst, Joop Sternenberg, Bob Meijer en Kitty Hagen.

Beknopt literaruuroverzicht:

Catalogus van de tentoonstelling: 'Wij zijn er nog. Het regentschap van Koningin Emma 1890-1898', in 1989-1990 gehouden op Paleis Het Loo in Apeldoorn.
Catalogus 'Kant uit koninklijk bezit' de kantverzameling van H.M. de koningin in bruikleen gegeven aan het Rijksmuseum in Amsterdam, 1966

Marcel Verburg: 'Koningin Emma, regentes van het koninkrijk', 1989
C.A. Tamse (redactie): 'Koningin Emma. Opstellen over haar regentschap en voogdij', 1990
Thera Coppens: 'Baarnse lusthoven en hun bewoners', 1990
Thera Coppens: 'Marie Cornélie, dagboek van haar reis naar het hof van Sint-Petersburg 1824-1825', 2003
M.G. Schenk en J.B.Th. Spaan: 'Soestdijk en zijn bewoners' 1967
Heimerick Tromp: 'Het huijs te Soestdijck, 1987

________________________________________
[1] Vertaling: Een briljante en fascinerende vrouw
[2] Vertaling: Ze was een onverbeterlijke koppelaarster
[3] Vert: Je kunt die arme man toch niet alleen naar huis laten gaan.
[4] Vertaling: Hij heeft iets van Paul (zijn schoonvader) in zich..
[5] Vertaling: Moge God u steunen en begeleiden is mijn diepste bede.
[6] In 1871 richtte Betsy Perk te Delft 'Arbeid Adelt' op onder het motto dat werken door vrouwen voor geld geen schande is. Een klein jaar later ontstond in Amsterdam 'Tesselschade' vernoemd naar de kunstzinnige, geëmancipeerde Maria Tesselschade uit de Gouden Eeuw. In 1953 gingen de twee verenigingen samen. 'Tesselschade Arbeid Adelt' bestaat nog steeds en heeft ca 12000 leden w.o. een bloeiende afdeling in Baarn. De vereniging rust op twee pijlers; handwerken en de fondsen.