Er veranderde veel in het leven van de dichter en toneelschrijver Joost van den Vondel toen Agnes Block omstreeks 1649 in zijn leven kwam. Hij was eenenzestig jaar, een weduwnaar, die al drie van zijn vijf kinderen had verloren.

agnesblock

Zij was pas negentien jaar, een weeskind, dat was opgevoed in het gezin van haar oom en tante. Beiden stamden uit doopsgezinde families, die in de 16de eeuw voor de wrede geloofsvervolging vanuit Antwerpen naar de Noordelijke Nederlanden waren gevlucht. Beiden hadden een grote passie: boeken. Agnes was gewend zich af te zonderen in de stilte van haar kamertje op de Singel, waar ze zich tot diep in de nacht bij kaarslicht verdiepte in werken over literatuur, geschiedenis, plantkunde, religie. Met haar kennis overtrof ze haar leeftijdsgenoten. Agnes schilderde ook, ze boetseerde beeldjes van was en beheerste de knipkunst. Vondel was blij toen zijn neef Hans de Wolff besloot de hand van Agnes te vragen; daarmee zou hij haar oom worden en betrokken raken in de wereld van het voor hem zo boeiende meisje. Hans de Wolff, weduwnaar met een zoontje, liet een kostbare gouden bruidspenning maken. Agnes accepteerde dit veelzeggende geschenk en op 2 mei 1649 werd de Amsterdamse bruiloft uitbundig gevierd. De mei-bruid had zich getooid met een krans van maagdenpalm en ze genoot de eer, dat Joost van den Vondel persoonlijk een door hem geschreven bruidsvers voordroeg, waarin zijn genegenheid voor het paar in elke strofe doorjubelde. Hij bezong Agnes als dat zuivere kasteel en als een lam 'zonder wulpsch vermaeck', dat na een dag vol studie onschuldig in haar bed stapte. Maar..'Toenze in slaep viel, daer de boomen/ Ruischen langs de cingelgracht' kwam de Wolf! De bruiloftsgasten lachten hartelijk omdat deze Wolf zijn lammetje te pakken kreeg. Er werd gezongen en gedanst; iedereen klonk op een kinderrijk huwelijk. Na de bruiloft namen Agnes Block en Hans de Wolff hun intrek in 'De Vergulde Wolff', een deftig winkelpand in de Amsterdamse Warmoesstraat waarin Hans een lucratieve handel in zijden stoffen dreef.

Zes huizen verder woonde Joost van den Vondel. Spoedig werd het gewoonte, dat de dichter iedere vrijdagavond bij hen kwam eten. Ook toen het paar naar luxere panden verhuisde kwam Oom Joost op bezoek. Agnes werd een bron van inspiratie voor hem; voor het eerst werden zijn gedichten in een bundel uitgegeven en in 1654 bracht hij zijn magistrale, fel omstreden drama 'Lucifer' op de planken van de Amsterdamse schouwburg. Zijn vriendin stond naast hem, toen hij overging tot het katholieke geloof en ook toen hij, door de losbandige levenswandel van zijn zoon, diep in de schulden raakte.

Inmiddels wachtte Agnes tevergeefs op tekenen van zwangerschap. Haar stiefzoon trouwde en vijf jaar later overleed haar man. De 40-jarige, welgestelde weduwe Block zat nu alleen in een prachtig huis op de Herengracht (nu nr 162), waar de inmiddels 83-jarige Vondel haar nog steeds kwam bezoeken. Hij had, totaal verarmd door zijn spilzieke zoon, tussen zijn zeventigste en tachtigste jaar bij de Bank van Lening moeten werken om tenminste een inkomen te hebben. Dat verhinderde hem niet om juist in deze periode nog een serie meesterwerken te schrijven. Zijn vriendin Agnes was bepaald geen vrouw om aan eenzaamheid en verveling ten gronde te gaan. In juni 1670 toog ze naar het oude Heerenlogement in Loenen aan de Vecht, waar de publieke verkoop van een hofstede met bijbehorend stuk grond plaatsvond. Agnes werd de eigenaresse en begon vol smaak en geestdrift aan de opbouw van haar groene paradijs; ze plantte boomlanen en -gaarden, legde moes- en siertuinen aan en liet een aantal vijvers graven waaraan haar buitenplaats, die aan de Vecht verrees, zijn naam ontleende: 'Vijverhof'. En natuurlijk bouwde Agnes aan de oever van de rivier een koepel, van waaruit ze naar alle kanten zicht had op de natuur. Ze was zo druk in de weer met het verzamelen van tropische zaden en knollen voor haar tuin, dat het huwelijksaanzoek van Sijbrand de Flines haar volkomen overviel.
Ze schijnt een paar maal geweigerd te hebben. Maar uiteindelijk bezweek ze voor hem en op 9 september 1674 zijn ze getrouwd.
Weer was het Vondel, die zich -inmiddels bijna zevenentachtig jaar oud- aan de bruidsdis verhief om een bruidsdicht voor te dragen. Hij had daarin de gaven van Agnes en Flines ineen gevlochten tot een harmonieus geheel: haar verbondenheid met de natuur uit zich in het kweken van bloemen op het land of het knippen van bloemen uit zwart papier, hij weeft aan zijn weefgetouw bloempatronen van zijden draden 'schooner dan de lente ons geeft':

TER BRUILOFT DER E. GETROUDEN SYBRANT DE FLINES EN AGNES BLOK

Wat teelt onderlinge min?
Twee gelyken, eens van zin,
In al wat men geestigh rekent.
Beide in kloek vernuft uitsteekent,
d'Een schept zomwyl lust op 't lant,
Daer zy bloemen zaeit en plant,
Of de Bloemgodin helpt vieren,
En het loofwerk op papieren,
Uitgesneden met de schaer,
Offert op het huisaltaer:
d'Ander heeft Natuur getroffen,
Als hy net in zyde stoffen,
Loof en schoone bloemen weeft,
Schooner dan de lente ons geeft.
Wat kan zulk een huwelyk baeren,
Daer die beide in echt vergaeren,
Met een ryp en wys beleit,
Anders dan genoeghzaemheit?
FLINES, die door stadigh minnen
't Onvermurwde hart kost winnen
Van uwe AGNES; out en jongk
Drinkt met eenen blyde dronk
U geluk toe, Godt wil geven
Dat gy beide in vreught mooght leven.

Voortaan zochten Agnes en Sijbrand samen de rust van hun buitenplaats op. Hij bracht uit zijn eerste huwelijk twee dochtertjes mee, die zich aan de Vecht vermaakten. Agnes kreeg grote bekendheid toen ze er als eerste in slaagde een uitheemse ananas op Hollandse bodem te kweken. Er werd zelfs een penning voor haar geslagen waarop ze de erenaam Flora Batava draagt. Agnes Block vond het een mooi moment om zich door de schilder Jan Weenix te laten portretteren omringd door alles dat haar lief was: ze zit in de tuinen van de 'Vijverhof' met zijn uitheemse gewassen naast haar man Sijbrand, haar beide stiefdochtertjes, haar wassen beelden en schilderingen van vogels en bloemen.
Natuurlijk werd ook de ananas in het tafereel opgenomen.

Wie nu op zoek gaat naar de buitenplaats van Agnes Block aan de Vecht, zal de oude 'Vijverhof' niet terugvinden. Op het terrein naast de buitenplaats Over Holland te Loenen, ligt nu een pand dat wel dezelfde naam draagt maar pas in de 19de eeuw is gebouwd. Terwijl veel monumentale huizen uit de 16de, 17de en 18de eeuw zich met hun theekoepels, sierhekken en tuinen wisten te handhaven, werd Agnes' bezit afgebroken.

Maar de Vecht is nog even mooi als in de Gouden Eeuw. Het is een plaats om zorgeloos te gaan spelevaren. Nu niet per trekschuit of roeiboot maar met een comfortabel gemotoriseerd vaartuig. Er zijn verschillende manieren om een rondvaart over de Vecht te maken: vanuit Utrecht, Loosdrecht en Maarssen. Let goed op welke route U kiest; op het stuk van de rivier tussen Loenen en Maarssen staan de meest spectaculaire buitenplaatsen.
Niet alle huizen, zoals de statige Vreedenhoff met zijn kunstig Lodewijk XV siersmeedhek, zijn vanaf het water te zien. Om alles rustig te kunnen bekijken, kunt U ook voor een fiets- of wandelroute kiezen.

Vondels vriendin was bepaald niet de enige, die zich wijdde aan het verzamelen en kweken van tropische gewassen. Je kunt gerust spreken van een rage, waaraan ook de Amsterdame Magdalena Poulle uitbundig deelnam. Haar buitenplaats Gunterstein ligt in Breukelen aan het eind van de mooiste en oudste lindenlaan van de Vecht. Magdalena herbouwde het oude huis (dat nog in het bezit van Johan van Oldenbarnevelt was geweest) in 1680, nadat het in het Rampjaar door de Fransen was verwoest. Onlangs werd de restauratie voltooid van de vermaarde wandtapijten van Gunterstein. De Grote Zaal kreeg een nieuw beschilderd plafond en de schouw met het grote portret van Magdalena Poulle werd eveneens gerestaureerd. Het echtpaar Quarles van Ufford beheert zorgvuldig de collectie documenten, schilderijen, meubelen en porselein van hun voorouders. Ook de antieke baby- en kinderkleertjes, compleet met polswarmertjes en valhoedjes, worden op het huis bewaard.

Wie tijdens de Vechttocht onder de bekoring kwam van het statige Rupelmonde met zijn wit gekuifde ballustrade, wie zich verplaatste in de genietingen van de voormalige bewoners van Vegtvliet, Sterreschans of Boom en Bosch, zal anders kijken naar Oudaen en het daar tegenover gelegen Kasteel Nijenrode [1](thans universiteit Nijenrode). Het eerste werd in de 14de eeuw gebouwd en het tweede is minstens zo oud als het, aan de monding van de Vecht gelegen, Muiderslot.

We weten dat de dichter Vondel enige tijd deel uitmaakte van de Muiderkring. Maar of hij ooit op de 'Vijverhof' is geweest staat niet vast. Hij overleed in februari 1679 op 91-jarige leeftijd, nadat hij vele gedichten aan Agnes Block had opgedragen. Zij was toen vijftig jaar. Haar unieke collectie planten en bloemen op de 'Vijverhof' liet zij op perkamenten vellen in waterverf schilderen. In haar kunstkabinet verzamelde ze zeldzame objecten uit verre landen zoals koralen, mineralen en schelpen. Op haar gedenkpenning, die ter ere van het kweken van de eerste ananas werd geslagen, draagt Agnes de erenaam Flora Batava. Aan het eind van haar leven bezat ze een rijke collectie kunstwerken. Aangezien haar man in 1679 was overleden en geen van haar stief- en kleinkinderen blijvend haar voorkeur genoot, zat ze voortdurend te piekeren over haar erfenis en de toekomst van haar geliefde lusthof. Ze begaf zich maar liefst elf keer naar de notaris om telkens haar testament te wijzigen. Op 20 april 1704 is ze, vierenzeventig jaar, oud overleden. Ze vond haar laatste rustplaats in de Oude Kerk te Amsterdam. Ondanks alle bepalingen in haar testament raakte de 'Vijverhof' spoedig in verval. Haar tuinen verwilderden, de vijvers werden vergraven en haar kunstverzameling werd verkocht. In de 19de eeuw is het huis met de grond gelijk gemaakt. Maar de herinnering aan Agnes Block blijft levend dankzij het schilderij van Jan Weenix in het Amsterdams Historisch museum. En aan de Vecht draagt een voornaam huis de naam, die Flora Batava er drie eeuwen geleden aan gaf.

 

Copyright Thera Coppens