Over de verdures van Oudenaarde en over Janneke van der Gheijnst, de moeder van Margaretha van Parma

Drie eeuwen wandtapijtkunst en een keizerlijke bastaarddochter in Oudenaarde

Enige jaren geleden werd op vier historische monumenten te Oudenaarde een unieke tentoonstelling gehouden.
Vijfennegentig Oudenaardse wandtapijten w.o. de voor stad zo typerende groenwerken of verdures zijn vanuit musea en particuliere collecties na vele eeuwen teruggekeerd naar hun geboortegrond: Oost-Vlaanderen. Omdat er tot dit jaar nauwelijks onderzoek is gedaan naar de weefkunst van Oudenaarde, werd zeker eén derde deel van deze wandtapijten nooit eerder tentoongesteld en zelfs in wetenschappelijke publicaties niet besproken. Nu kunnen bezoekers zich laten betoveren door weelderig groene motieven en lokkende vergezichten, die hier tussen 1500 en 1800 op weefgetouwen ontstonden. Oudenaarde is voor enkele maanden veranderd in éen groot museum waarin architectuur en wandtapijtkunst nauw verweven zijn.

Janneke en keizer Karel V

Honderden leerlingen, gezellen en meesters die de wollen wandtapijten leverden waaraan Oudenaarde zijn roem dankt, zijn naamloos gestorven. Toch is er éen wiens naam in de historie voortleeft, al was hij niet de grootste kunstenaar onder zijn gildebroeders. Hij heette Van der Gheijnst en dankt zijn bekendheid uitsluitend aan de schoonheid van zijn dochter Janneke. Dit meisje trok de aandacht van de 21-jarige keizer Karel V, die in oktober 1521 met zijn gevolg in het Bourgondisch Kasteel te Oudenaarde resideerde. Janneke bood geen weerstand aan diens verleidingskunsten en toen de keizer in januari alweer naar Spanje vertrok, was ze zwanger. In Oudenaarde kan men u nog altijd het gotische huis bij de Kleine Markt wijzen, waarin Janneke haar bastaarddochter ter wereld zou hebben gebracht. Historici menen echter, dat de bevalling plaatsvond in het statige Huis de Lalaing van de gouverneur van de stad aan de overzijde van de Schelde.

Juist in dit monumentale pand, dat in de 18de eeuw een claccisistische façade kreeg, is nu het Stedelijk restauratie-atelier van wandtapijten gevestigd. Bezoekers kunnen op de bovenverdieping zien hoe versleten verdures worden hersteld. Er worden ook weefdemonstraties gegeven. Het is een ambacht dat eindeloos geduld vergt. In het Huis de Lalaing beoefent men de haute-lissetechniek, waarbij de kettingdraden loodrecht gespannen zijn. Traditioneel werd er in Oudenaarde echter volgens de horizontale of basse-lissetechniek geweven. Daarbij schuift de wever het z.g. karton (weefpatroon of ware grootte) onder de kettingdraden en werkt aan de achterkant van het tapijt. Door middel van voetpedalen worden de kettingdraden omhoog of omlaag getrokken.


wandtapijt

De oudste wandtapijten waren van fijne schapenwol en zijde. Vanaf het midden van de 14de eeuw begonnen de wevers ook kostbaarder materialen te gebruiken als goud- en zilverdraad. De wandtapijten werden niet alleen tegen de bakstenen muren gehangen om vocht en koude te weren. Het waren vooral statussymbolen, die zelfs de duurste schilderijen in waarde overtroffen. Wie de met waskaarsen verlichte feestzaal van een vorst binnenging, raakte betoverd door de glinstering van edelmetalen tussen de gekleurde wol. Alle Habsburgse vorsten waren verzot op Vlaamse wandtapijten.

Karel V - wiens vijfhonderdste geboortejaar in 2000 met vele tentoonstellingen zal worden gevierd - spande wat deze luxe betreft de kroon. Om de geroemde kwaliteit van de Oudenaardse wandtapijten te waarborgen, vaardige de keizer op 16 mei 1544 een generale ordonnantie uit. In 91 artikelen werden de verrichtingen der wevers aan banden gelegd. Om fraude te voorkomen waren ze voortaan verplicht het nieuwe stadsmerk (met de grappige brilvorm) en hun weversmerk in de boorden van de tapijten te weven.
Dat Karel V bij het ondertekenen van dit edict nog aan de weversdochter uit Oudenaarde heeft gedacht is niet waarschijnlijk. Janneke trouwde twee jaar na hun romance met een burger en baarde nog negen kinderen. Hun bastaarddochter Margaretha zag haar eenvoudige moeder niet terug: ze werd op haar zevende jaar uitgehuwelijkt aan Alessandro de' Medici en met een kostbare bruidsschat naar Italië gestuurd. Nadat haar eerste man was vermoord, hetrouwde ze op bevel van haar keizerlijke vader met Ottavio Farnese, erfgenaam van de hertogdommen Parma en Piacenza. In haar Italiaanse paleis bracht ze in 1545 Alessandro Farnese ter wereld, die in de geschiedenis van Oudenaarde nog een wrede rol zou gaan spelen.

Geweven verhalen

Levensverhalen, locaties en wandtapijten zijn in Oudenaarde met fijne draden verbonden. De renaissance-mens, nog niet afgeleid door de overstelpende hoeveelheid informatie die wij dagelijks op ons netvlies krijgen, hield van verhalende kunstwerken. In de concurrerende weefcentra te Brussel, Brugge en Doornik werden hele Bijbelverhalen, mythen en historische gebeurtenissen op series wandtapijten vastgelegd. Oudenaarde deed hier volop aan mee, zoals de wandtapijten met het Bijbelverhaal 'Jacob' op de tentoonstelling bewijzen. Het geharnaste paardenhoofd van Bucephalas, een detail uit de serie wandtapijten waarop het leven van 'Alexander de Grote' (1540) is geweven, trekt op posters en folders alle aandacht. In de 18de eeuw weefde men in Oudenaarde het populaire verhaal van de Spaanse ridder 'Don Quichotte', dat nu in het Huis de Lalaing onder de 'kamerswandtapijten' te bewonderen is. Boven al waren de Oudenaardse wandtapijten echter geliefd om hun kenmerkende bloem- en bladmotieven. Soms wordt het eigenlijke motief - zoals het mythologische verhaal van 'Venus en Adonis' in het Stadhuis- bijna geheel ondergeschikt gemaakt aan het groen. Op deze verdure (afgeleid van het Franse woord 'verdure' = groene kleur) is een lieflijk park te zien met in vorm gesnoeide hagen, groene priëlen en overhangend lover dat lijkt te ristelen in de wind. Witte duiven klapwieken hemelwaarts. Wie met zulke kunstwerken zijn wanden opluisterde, schiep in de zalen van zijn woning een frisse sfeer van altijd groene, zomerse tuinen.

In het rijk geornamenteerde 16de eeuwse Stadhuis dat aan de Markt ligt, wordt de geschiedenis van de wandtapijten aan de hand van kostbare exemplaren uit de 16de, 17de en 18de eeuw verhaald. Tijdens de renaissance waarin deze kunst te Oudenaarde zijn bloeitijd beleefde, werden de tapijten omlijst door een geweven rand van louter bloemen, bladwerk, vruchten en vogels. Twee eeuwen later spande men ze in een houten lambrizering, die op maat van de kamer werd gemaakt. Daarmee verdwenen de geweven groene 'lijsten' en kregen de taferelen een meer ruimtelijke werking.

In de voorname zalen van het oude Stadhuis en de aangrenzende 13de eeuwse Lakenhalle wordt met audiovisuele middelen, documenten, gravures en objecten ook het sociale- en politieke aspect van de weefkunst belicht. Tal van mannen, vrouwen en kinderen verdienden in dit ambacht hun brood; van schapenscheerders tot wolleververs en van kartonontwerpers tot tapijthandelaren.

De duizelingwekkende tinten groen van wollen en zijden draden werden uit natuurproducten verkregen. In het restauratie-atelier heeft men vaak de grootste moeite om de levendige kleuren van wouw, wede, verfdistel en eikenschors met synthetische middelen na te bootsen. Sommige wandtapijten zijn na eeuwen nog fris van kleur. Andere hadden te lijden van licht- en weersinvloeden. Om de kwetsbare kleuren te sparen zijn de tentoonstellingsruimten schaars verlicht. In het najaar, als de temperatuur daalt en de atmosfeer vochtiger wordt, gaan de Oudenaardse wandtapijten uit de vaste stadscollectie - ca 21 stuks - in de depots en worden de overige exemplaren terug gezonden naar hun bruikleengevers overal ter wereld.

Feest in de Sint Walburgiskerk

Naast vorsten, edelen en schatrijke kooplieden vormde de kerk een belangrijke opdrachtgever voor de wandtapijtwevers. Het Vaticaan pronkte met een serie wandtapijten ontworpen door de virtuoze Raphaël, die de Vlaamse wevers in hoge mate inspireerde. In de Oudenaardse Sint Walburgiskerk met zijn karakteristieke, afgetopte toren zijn schitterende voorbeelden van religieuze motieven te bewonderen. De kerk is feestelijk ingericht zoals het bij een 'blijde incomst' van vorsten gebruikelijk was. Hier hangen de tapijten aan roeden tussen de pilaren. Zelfs ongeletterde kerkgangers konden in de middeleeuwen en renaissance alle Bijbelverhalen en heiligenlevens op de wandtapijten 'lezen'. Huiveringwekkende passages uit de 'Moord op de onnozele kinderen' worden aanschouwelijk gemaakt in wollen en zijden draden. Voor Karel V zijn edict uitvaardigde, waren de gilden oppermachtig. Het weversgilde had zijn kapel in het noordertransept. Ook de grootvader van Margaretha van Parma heeft hier ooit de gilde-eed afgelegd.

Toen de dochter des keizers in 1559 terugkeerde naar Vlaanderen, kwam zij niet voor familiebezoek. Na de troonsafstand van Karel V was haar halfbroer Philips II opgevolgd als Heer der Nederlanden. Bij zijn terugkeer naar Spanje stelde Philips Margaretha aan als Landvoogdes. Hoewel ze in Italië politiek geschoold was, viel het bestuur over het weerbarstige volk van de Lage Landen haar zwaar. Philips hofschilder Anton Mor van Dashorst, die aan het Spaanse hof furore maakte als Antonio Moro, schilderde een weergaloos portret van Margaretha; resoluut maar ook kwetsbaar.

Ze trad niet streng genoeg op tegen de opstandige protestanten en toen in 1566 de Beeldenstorm losbarstte, overwoog ze zelfs te vluchten. Na de komst van Alva vroeg ze haar ontslag en keerde terug naar Italië. Haar zoon en oogappel Alessandro Farnese hertog van Parma had geen last van sentimentele banden met het Vlaamse volk. Toen Philips II zijn neef benoemde tot landvoogd en hem met Spaanse troepen naar de Lage Landen stuurde, sloeg hij de hertog en genadeloos toe. In 1582 verscheen hij voor de poorten van het zwaar verketterde Oudenaerde, door zijn moeder ooit mauvaise ville genoemd. Een grote groep protestanten, waaronder vele bekwame wevers, wachtten Parma's bloedige straf niet af en vluchtte naar het noorden. De veldheer overwon de stad aan de Schelde. Maar Oudenaarde had zijn beste wevers verloren.

De grote bloei van de Oudenaardse wandtapijten was aan het eind van de 16de eeuw voorbij, ook al zijn er in de 17de en 18de eeuw nog zeer mooi tapijten geweven. De wandtapijten werden aan het eind van de pruikentijd niet langer modieus gevonden. De welgestelden bespanden hun kamermuren met zijden-damast en nog wat later werd er beschilderd en bedrukt papier tegen de muren geplakt. Het behang heeft de wandtapijten echter nooit helemaal verdrongen. Dat bewijzen de hedendaagse wandtapijten in het weefatelier VASA in het Huis de Lalaing. Maar de grote weverijen zijn lang geleden gesloten, de weefgetouwen verkocht en de kartons verscheurd. Tientallen verdures gingen teloor tijdens de vernielzucht van de Beeldenstormers, door oorlogen, brand- en vochtschade. Dit jaar toont Oudenaarde voor het eerst dat vele schitterende exemplaren de eeuwen hebben overleefd. Er werd een informatieve, geïllustreerde catalogus uitgegeven. Als de wandtapijten deze winter in hun klimatologisch beheerde kluizen zijn teruggekeerd, kunnen we hun taferelen omrankt door het frisse groen der boorden, nog op papier bewonderen.

Copyright Thera Coppens

Verschenen in: Plus magazine